Poznań is de hoofdstad van Wiekopolska, oftewel Groot Polen. Deze stad telt ruim 600.000 inwoners en is een levendige handels- en studentenstad. Poznan is het economisch centrum van Polen, waar jaarlijks meer dan 30 internationale beurzen worden gehouden.
Het ontstaan van Poznań valt samen met het ontstaan van Polen zelf. In de negende eeuw bouwde de Slavische stam ‘de Polanen’ een nederzetting op het eiland Ostrów Tumski in de rivier de Warta. Van hieruit regeerde de eerste heerser van Polen; hertog Mieszko I. In 966 bekeerde hij zich tot het Christendom. Zijn zoon Boleslaw Chrobry werd in 1025 tot de eerste Poolse koning gekroond.
Het centrum van het tegenwoordige Poznań is het marktplein met het Renaissance Stadhuis in het midden waarin thans het Historisch Museum van de Stad Poznan is gehuisvest. Elke dag om 12 uur staan toeristen te kijken naar de toren van het stadshuis. Er komen dan twee bokjes tevoorschijn die twaalf keer met hun horens regen elkaar slaan. De bokjes zijn het symbool van de stad. Rondom het Marktplein staan historische huizen en paleizen. Niet ver hier vandaan bevindt zich het Koninklijk Paleis, ooit de zetel van Przemyslaw II, de laatste Poolse koning die vanuit Poznan regeerde. In 1038, na de Boheemse aanval en verwoesting van Poznań, werd Krakow de hoofdstad.