Dag Barbara,
Wat een bijzonder land, wat een bijzondere vakantie. We hebben genoten, gelachen en gehuiverd. Een land dat geschiedenis ademt, herinneringen aan leed en plezier in het nu liggen dicht naast elkaar. Heel bijzonder om te zijn. Indrukwekkend.
Dank voor alles wat je geregeld hebt. De taxi’s waren op tijd en heel prettig, de excursie naar Auschwitz was heel goed geregeld, echt geweldig hoe de chauffeur alles regelde en voor onze zorgde, heel bijzonder. Hotel Krakau en Zakopane waren uitstekend. schoon en hele aardige staf. Het hotel in Wraclow was schoon en goed,
In totaal : Echt geweldig hoe gewoon alles uitstekend geregeld was Heel veel dank
Wat kleine opmerkingen en tips:
De excusie naar de zoutmijnen via Cracow Tours was kwalitatief iets minder. De bus reed een uur door Krakau om daarna iedereen over te laden in andere busjes, , over de gids waren de meningen verdeeld. Er was echt een kwaliteitsverschil tussen de twee excursie aanbieders. De andere aanbieder (die ons ook ophaalde van het vliegveld vond ik echt beter)
Het enige wat wat minder was, maar waar jij niets aan kon doen was de bustocht naar Zakopane. Het was heel heet buiten (36 graden C) en de airoc deed het nauwelijks en er stond een enorme file. Dat was een hele warme vier uur durende rit. Ik begreep dat dat kwam omdat heel Polen zijn lange weekend in Zakopane en dat soort plaatsen door wilde brengen.
Een advies : bied in Zakopane ook een mini excursie de bergen in aan voor een halve dag. Overigens hebben en Krakau en Zakopane een leuke aqua parken! Goed voor mensen met kinderen als het zo warm is al het vorige week was. Wat natuurlijk wel heerlijk was, nauwelijks een spatje regen gehad.
Kortom, heel veel dank voor het uitstekende organiseren!
Hieronder mijn impressie van het bezoek aan Auswitz.
Met vriendelijke groeten
Elise
“Dit nooit meer”
Auschwitz I Een snikhete dag, duizenden bezoekers, en toch is het stil. De gids loodst ons van barak naar barak. Vitrines vol met potten, kannen en pannen, keukenspullen. Met brillen. Met schoenen. Met haar. Spullen van mensen die niet, of misschien sommige toch wel, wisten waar ze naar op weg waren. Tussen de verweerde donkere schoenen een enkele knalrode. Dat raakt. Koffers met namen en geboortedata. Getallen (1,5 miljoen joden, 60.000 Nederlanders, enorme aantallen Bulgaren en Hongaren) krijgen namen. En dan rijen met foto’s. Foto’s van mensen waar nog een foto van werd genomen. De eerste mensen die hier de dood vonden. Ze kijken je aan. Getallen worden namen, namen worden mensen. Mensen die je aankijken. Het schuurt, het steekt, het doet pijn.
Barakken, starafbarakken. Beelden die je kent uit de films. Eigenlijk zijn de barakken te schoon. Wat moet het gestonken hebben, vies zijn geweest, onhoudbaar op dagen met dezelfde hitte (37 graden C) als vandaag, en op de inkoude dagen in de winter. De muur waar tegen mensen werden doodgeschoten. De hokken waar mensen staand in werden opgesloten met zijn vieren op minimale ruimte.
En dan de gaskamer. De ovens. Het gat in het dak waardoor Cycklon B naar binnen werd geworpen. Als je goed luistert kun je de mensen nog horen gillen.
Het is misschien niet eens wat je ziet, maar vooral wat je weet wat deze plek zo beklemmend maakt. Wat je ziet wordt opgevuld met gehoorde verhalen, gelezen boeken, films, ervaringen. Na een uur wil ik er eigenlijk wel uit, maar we maken de ronde af. Björn en ik lopen achter de groep aan, nemen soms de stilte van het even niet met anderen zijn. En tot mijn verbazing mag dat van de gids. Die laat de groep wachten en spoort ons niet aan tot doorlopen.
Auswitzch II of wel Birkenau is enorm. Groots en massaal. En daar is die treinrails, die poort. Mensen buigen zich over de rails, over die laatste momenten in de treinen die hier binnen kwamen. Zoals in de gebouwen de uitgesleten traptreden stille getuigen zijn van laatste voetstappen in mensenlevens.
Roept het op tot “dit nooit meer” zo’n bezoek. Ja en nee. In een internet tijdperk zijn de foto’s al gezien, de beelden al bekend. De beklemming zit in elke millimeter, voelbaar in elke stap, zichtbaar in elke foto.
Toch vroeg ik me even af of het niet rauwer en viezer, moet. Wie wil kan zich hier voor de echte gruwel verstoppen. Tegelijk, als het rauwer en viezer is is het helemaal onverdraaglijk.
Maar ik realiseer me Auswitzch bezoeken siddert na, schudt je niet niet zomaar van je af. Het “nooit meer” vreet zich langzaam een weg naar binnen.
Stuur de mannen uit Charlottesville hierheen, laat ze de meest gruwelijke films zien en dwing ze de foto’s te bekijken van mensen. Mensen die niets hadden gedaan. Anderhalfmiljoen onschuldige doden. Laat ze er uren naar kijken.
En laat ze dan praten met nabestaanden. Met grote verhalen uit de shoa en kleine verhalen van de kinderen van de hongerwinter. Met mensen gevlucht uit de oorlog gisteren en vandaag. Die kunnen vertellen wat er gebeurt als haat een antwoord op leegte is. Die je aan kunnen kijken met ogen die de geschiedenis in zich weerspiegelen. Misschien helpt het.
Dit nooit meer.
Hoe vaak is het inmiddels al gebeurd?
Elise
augustus 2017